De huidige crisis in Europa is de ergste sinds de jaren ’30. Na het nemen van overdreven veel risico’s met ons spaargeld, kwamen de banken in de problemen toen de zeepbel op de Amerikaanse huizenmarkt uiteenspatte. Wat volgde was de uitbraak van een epidemie die ook Europa aantastte omdat banken elkaar over de oceaan heen besmet hadden met complexe financiële producten.
Nadat de financiële sector eerst de winsten jarenlang had opgestreken was het aan de overheid om de verliezen te nemen toen het fout liep. Vele banken moesten gered worden met belastinggeld. Veel keuze was er niet, het was de keuze van het minste kwaad, zo niet waren de spaarders al hun spaargeld kwijtgeraakt.
Maar toen zaten de overheden met de schulden en vonden dezelfde financiële markten die door die overheden waren gered, dat de overheidsschulden te hoog waren en trokken ze het kapitaal terug uit die landen met de hoogste overheidsschuld (vooral uit Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje en Italië).
Er kwamen noodleningen van het IMF en Europa aan die landen, maar in ruil moesten ze besparen, en geen klein beetje. Elke macro-econoom weet nochtans dat je in perioden van economische onzekerheid en vraaguitval niet drastisch moet gaan besparen als overheid, want dat de crisis dan enkel nog erger wordt. Maar het moest toch, voor interne politieke redenen in Duitsland en andere noordse landen.
De mensen in Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal werden er het slachtoffer van. De werkloosheidsgraad in Griekenland en Spanje ligt boven de 25 percent. De jeugdwerkloosheid is pas helemaal hallucinant, meer dan 53% in Spanje en bijna 60% in Griekenland. Nochtans, het onevenwicht in Europa tussen noord en zuid dat de euro al zo lang in een crisis houdt is eigenlijk evenveel te wijten aan de kern dan aan de periferie. Een evenwichtiger en eerlijker reactie, in plaats van iedereen te doen besparen waardoor Zuid-Europa zeker niet opnieuw kan groeien, was dan ook geweest af te spreken dat sommige landen met de budgettaire ruimte extra te laten uitgeven wat het makkelijker had gemaakt voor anderen om te besparen en te hervormen. Dat zou veel minder pijnlijk zijn geweest voor de mensen, de crisis zou minder erg en lang geweest zijn, en het evenwicht zou sneller en minder pijnlijk hersteld kunnen worden.
De maatregelen die Europa al heeft genomen, bijvoorbeeld met betrekking tot de bankenunie, gaan niet ver genoeg. In de komende vijf jaren moeten een aantal hervormingen gebeuren die de euro meer duurzaam maken, en ervoor zorgen dat in een crisis de lasten gedeeld worden tussen landen, en binnen landen dit niet enkel op de kap van de gewone mensen terecht komt. Er is daarvoor nood aan een automatisch stabiliseringsmechanisme binnen de eurozone, die naast een Europees minimumloon en Europese minimumbelastingen een andere bouwsteen van een sociaal Europa vormt.
Leave a Reply